Vragen en antwoorden Informatiebijeenkomst gaswinning en bodemdaling

Praatplaat informatie bijeenkomst Gaswinning en Bodemdaling
afbeelding van praatplaat informatie bijeenkomst Gaswinning en Bodemdaling gemeente Tytsjerksteradiel

TNO (Geologische Dienst Nederland)

Het TNO adviseert het Ministerie bij het beoordelen van nieuwe winningsplannen. Binnen het TNO is de Geologische Dienst Nederland opgezet als kenniscentrum van de ondergrond.

"Bodemdaling gaat over de diepe en ondiepe ondergrond.’’

"Schade door diepe oorzaken van bodembeweging kun je niet los zien van schade ondiepe oorzaken. Dit moet je met elkaar in verband brengen en vanuit een integraal gezichtspunt bestuderen."

Is deze benadering altijd voldoende integraal en wordt de gehele context daadwerkelijk in overweging genomen bij het beoordelen van de schade?

Deze benadering is lastig omdat er verschillende disciplines bij betrokken zijn en het een lange keten van berekeningen betreft. De schade beoordelen kan dus niet altijd integraal worden gedaan. Echter in gevallen met een aanleiding, zoals bodemdaling door gaswinning, zal de context worden meegenomen. Gaswinning is namelijk een belangrijke oorzaak van bodemdaling, vooral in gebieden zoals Groningen en Tytsjerksteradiel. Een integraal onderzoek lijkt dan noodzakelijk.

Er wordt aangegeven dat schade niet ontstaat door bodemdaling, maar door de waterstanden. Hoe zit dit?

Bodemdaling door gaswinning heeft effect op het waterpeil. Dit wordt de ‘relatieve grondwaterstand’ genoemd. Het grondwater daalt bij bodemdaling niet mee met de bodem en komt daarom dichter bij het oppervlak. Bodemdaling is dus een combinatie van factoren: Gaswinning veroorzaakt bodemdaling, het effect daarvan is dat de relatieve grondwaterstand verandert.

Recentelijk heeft het Wetterskip zich uitgesproken over dat zij het waterpeil niet meer mee willen verlagen met de bodem. Hoe kijken jullie als onderzoekers hiernaar?

De directe schade door gaswinning zelf is verwaarloosbaar. Schade die in de context van gaswinning optreedt wordt vaak indirect veroorzaakt. Dit gebeurt meestal in de ondiepe ondergrond, bijvoorbeeld door veranderingen in de grondwaterstand of de waterhuishouding. In sommige gevallen past het waterschap peilverlaging toe. Deze indirecte effecten kunnen leiden tot schade, maar zijn wel te relateren aan de bodemdaling veroorzaakt door gaswinning.

Is het zo dat veel kleine gasvelden meer schade kunnen veroorzaken samen dan één grote zoals in Groningen?

De grootte van een gasveld heeft inderdaad invloed op de relatieve verplaatsingen (de beweging) van de bodem. Bij een groot gasveld zijn de onderlinge verschillen in de bodem kleiner, wat betekent dat de verplaatsingen minder groot zijn. Kleinere velden bevatten minder gas, waardoor er bodemdaling plaatsvindt. Echter, doordat velden meer gelokaliseerd zijn, kunnen de relatieve verplaatsingen in dat specifieke gebied relatief groter zijn. Al met al blijft de impact echter beperkt.

Ministerie van Klimaat & Groene Groei

Het Ministerie is verantwoordelijk voor het vergunnen van nieuwe winningsplannen. Voor de beoordeling van een winningsplan vragen zij adviezen op van het TNO en het SodM (Staatstoezicht op de Mijnen). Zij beoordelen wat er technisch in een winningsplan staat.  Dus de bodemdaling, risico’s op trillingen en aardbevingen.

Het plan met de adviezen zal vervolgens aan de decentrale overheden worden aangeboden voor advies. Hierna gaat het advies naar de Mijnraad. Vervolgens neemt het ministerie een ontwerpbesluit. 

afbeelding_procedure_vergunnen_van_nieuwe_winningsplannen
afbeelding van procedure vergunnen van nieuwe winningsplannen (Ministerie van Klimaat en Groene Groei)

Begrijpt het Ministerie de zorgen van de inwoners over de gevolgen van de gaswinning?

Zeker. Gezien de situatie in Groningen begrijpen we de bezorgdheid wanneer er activiteiten in de diepe ondergrond plaatsvinden. Daarom beoordelen we elk initiatief afzonderlijk, op basis van de specifieke omstandigheden. Hierbij wordt gekeken naar de gehele context. De benodigde deskundigheid wordt ingezet om de verwachte effecten zorgvuldig in kaart te brengen. De minister keurt een winningsplan alleen goed wanneer het écht veilig kan.

It Wetterskip heeft aangegeven geen peilverlaging meer toe te passen als oplossing voor de bodemdaling. Hoe kijken jullie daar tegenaan?

Zie antwoord bij de volgende vraag.

En betekent dit iets voor de 'context' waarin jullie een aanvraag al dan niet vergunnen? Ziet het Ministerie dit niet als een gezamenlijke verantwoordelijkheid?

Het is de verantwoordelijkheid van het Wetterskip om te bepalen hoe zij omgaan met het beheer van het grondwaterpeil.  Als het Wetterskip het op een andere manier wil aanpakken, dan houden wij daar rekening mee. In dat geval zal opnieuw bekeken moeten worden wat wel en niet mogelijk is. De adviseurs zullen dan de effecten beoordelen, waaronder ook de impact op de grondwaterspiegel. 

Hoe wegen jullie de belangen van de regio/inwoners mee in jullie besluitvorming?

Hier heeft het ministerie een beoordelingskader voor opgesteld.

Beoordelingskader winningsplannen

  • Beoordeling aan de hand van de volgende aspecten:
    • Planmatig bejeer van de ondergrond.
    • De verwachte bodemdaling.
    • Het verwachte seismisch risico.
    • De eventuele gevolgen van bodembeweging voor mensen, gebouwen en infrastructuur.
    • Er sprake is van nadelige effecten op natuur en milieu.
  • Vergunningverlening/instemming alleen als het veilig kan.

Wat is 'veilig' volgens de definitie van het ministerie en wanneer wordt een aanvraag dan als 'onveilig' beoordeeld en dus niet vergund?

Geen risico bestaat eigenlijk niet. We kunnen nooit voor 100% de veiligheid garanderen. Je houdt altijd rekening met zoveel mogelijk factoren. Als je iets doet is er altijd een mogelijk effect of gevolg. Het is belangrijk te kijken in welke risicocategorie iets valt, bijvoorbeeld of het risico verwaarloosbaar is of dat alleen cosmetische schade te verwachten is.

Er kunnen verschillende redenen zijn om een vergunning te weigeren. Een voorbeeld is wanneer het seismisch risico, zoals de kans op aardbevingen, te groot wordt. Dit is bijvoorbeeld de reden om in Groningen geen vergunning te verlenen.

Hoe houdt het ministerie rekening met bodemdaling, gezien de vele variabelen die hierbij een rol spelen? Als inwoner zou je verwachten dat de context die door het TNO wordt geschat in zijn geheel wordt meegenomen.

Het ministerie beoordeelt bij de vergunningaanvraag alleen de bodemdaling die wordt ingeschat als gevolg van gaswinning. We houden geen rekening met bodemdaling door veeninklinking of oxidatie. 

De oppervlakkige bodemdaling door veeninklinking of het verlagen van waterpeilen door waterschappen, waardoor veen aan lucht wordt blootgesteld en verdere bodemdaling plaatsvindt, valt buiten onze beoordeling. Wij richten ons alleen op de effecten van de gaswinning.

Als de bodem daalt maar de waterstand gelijk blijft, zakken de kades mee. Dit heeft gevolgen voor de waterschapslasten die door de Friese bevolking moeten worden betaald. Hoe wordt dit vergoed?

Dit valt onder de verantwoordelijkheid van Vermilion. Zij zijn verantwoordelijk voor het vergoeden van de kosten en schade die ontstaan door de gaswinning. Dit wordt in Friesland beoordeeld door de Commissie Bodemdaling Aardgaswinning Fryslân.

Waarom wordt er nog steeds gas gewonnen in Nederland?

Nederland wil klimaatneutraal worden in 2050. Geleidelijk zal er overgestapt worden van fossiele naar duurzame energie. Op het moment is er nog onvoldoende duurzame energie beschikbaar. 80% van de huishoudens gebruiken nog aardgas, evenals een groot deel van de Nederlandse industrie.  Door gas te winnen in Nederland zijn we minder afhankelijk van andere landen. Daarnaast veroorzaakt dit minder CO₂-uitstoot dan geïmporteerd gas bij de winning en het transport.

In Nederland wordt er uit zo’n 200 gasvelden gas gewonnen. Dit draagt voor 30% bij aan nationale gasconsumptie. 

Vermilion

Vermilion Energy beheert de velden in de gemeente Tytsjerksteradiel. De gasvelden in de  gemeente waren voorheen in handen van mijnbouwbedrijven NAM en Total. Nu deze velden aan het einde van hun productie komen, zijn ze niet interessant meer voor deze grotere bedrijven.  Vermilion heeft zich gespecialiseerd in het winnen van gas uit kleine gasvelden.

Hoe zit het met de schade aan de infrastructuur als gevolg van het waterpeil? Op wie kan dat worden verhaald?

In Friesland hebben we de Commissie Bodemdaling Aardgaswinning Friesland (CBAF), waarbij elke overheidsinstantie zich kan aansluiten.  Wanneer er maatregelen nodig zijn omdat de gemeente, het waterschap of de provincie herstelwerkzaamheden moet uitvoeren en Vermilion hiervan de veroorzaker of medeveroorzaker is, dan kunnen zij een claim indienen bij de commissie. Er wordt vervolgens door de Commissie bindend geadviseerd welk deel van de kosten voor rekening komt van  de gaswinnaar. Deze schade wordt dan ook daadwerkelijk vergoed.

Kun je de schade wel goed herleiden, gezien de 'context' waar we het eerder over hadden? Het is een complex, meerlaags verhaal. Hoe kun je dat goed aantonen?

Mijnbouwbedrijven hebben geen rol meer in de schadeketen. Bij het indienen, de beoordeling en de afhandeling staan zowel Vermilion als NAM buiten de schadeafhandelingsprocedure. De enige rol die zij nog hebben, is wanneer er een uitspraak komt en de melder gelijk krijgt. In dat geval moet Vermilion de schade vergoeden, en daar heeft Vermilion zich ook aan gecommitteerd.

Nu we constateren dat de waterhuishouding een probleem is, wordt er voorafgaand aan een winningsplanaanvraag contact opgenomen met het Wetterskip. Wat gebeurt er als zij aangeven dat het niet veilig kan?

Vermilion is een nieuw winningsplan aan het voorbereiden voor een klein veld in de omgeving waarbij water gerelateerde vraagstukken een rol spelen. Er is intensief vooroverleg geweest met het waterschap* om te zien hoe dat precies zit. 

*Dit overleg vond echter plaats vóórdat het Wetterskip het nieuwe standpunt had ingenomen.

Hoe wordt de winst van de gaswinning verdeeld over de verschillende partijen? En hoe beheren de overheden hun aandeel in de winst?

72 cent van elke euro gaat naar de Minister van Financiën (momenteel zelfs iets meer, 82 cent, vanwege de heffing in verband met de energiecrisis). Een deel gaat dus naar het gaswinningsbedrijf en een ander deel naar de overheid, waar het in de algemene middelen terechtkomt en wordt gebruikt voor de begroting van Nederland.

Er wordt nu gekeken met de mijnbouwbedrijven naar hoe we in de toekomst omgaan met de lusten en lasten.

Wie is verantwoordelijk voor de nulmeting en hoe deze wordt uitgevoerd?

Er zijn 2 soorten nulmetingen:

  1. Nulmetingen werden lange tijd voorgeschreven in het winningsplan, waarbij Vermilion  verantwoordelijk was voor het uitvoeren van nulmetingen op verschillende locaties.  Het ministerie is, mede op advies van deskundigen, gestopt met het opnemen van deze voorwaarde omdat bij schade ook altijd het causaal verband tussen de schade en de activiteit moet worden aangetoond. Deze rol ligt nu bij de Commissie Mijnbouwschade of de CABF.
  2. Wanneer Vermilion zware transporten laat uitvoeren – zoals bij TID-200 - worden wel gekeken naar  de trillingen van het vrachtverkeer en worden er nog wel nulmetingen van infrastructuur en gebouwen gedaan.

Commissie Mijnbouwschade

Commissie Mijnbouwschade is  een door de minister ingestelde onafhankelijke instantie die beoordeeld of schade aan woningen door mijnbouwactiviteiten uit kleine velden is veroorzaakt. Schade door het Groninger veld wordt afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. 

De taak is het ontzorgen van de schademelder. De bewijslast wordt daarbij feitelijk overgenomen. Het advies dat na zorgvuldig onderzoek wordt gegeven  is bindend voor de mijnbouwondernemer.

Nemen jullie ook nulmetingen mee in jullie beoordeling?

Het is goed om te weten dat dit heeft bestaan. Je kunt een mooi overzicht hebben van de schade nu en van daarvoor, maar dit zegt alleen niets over de oorzaken. Of er nu wel of geen nulmeting is uitgevoerd, het is altijd belangrijk om eerst te onderzoeken of er iets in de ondergrond is gebeurd waardoor de schade door mijnbouw heef kunnen ontstaan. Als het binnen de ruim opgezette marges mogelijk is, laten we deskundigen elke scheur zorgvuldig onderzoeken.

Een deskundige kan ook aantonen dat een aardbeving (door mijnbouw) bestaande schade heeft verergerd.  Als niet vastgesteld kan worden dat de schade door andere oorzaken is veroorzaakt en we hebben in de bodem gezien dat er iets aan de hand was (zoals bijvoorbeeld een aardbeving), dan valt de beslissing meestal in het voordeel van de schademelder.

Hoeveel meldingen komen er binnen en hoeveel procent wordt dan uiteindelijk vergoed?

Zegt niet zoveel. In 4 jaar tijd zijn er 500 meldingen binnengekomen. Ongeveer 50 die te maken hebben met Ekehaar, Drenthe. Dit is de eerste keer dat de commissie heeft geconstateerd dat schade is ontstaan of verergerd door een aan mijnbouw gerelateerde beving in oktober 2023. Dit heeft voor 14 gevallen geleid tot het toekennen van een vergoeding die varieert tussen 800 en 16.000 euro. Door bodemdaling nog nergens (directe) schade door mijnbouw geconstateerd.

Gemeente

Wat is de positie van de gemeente en kan de gemeente iets aan de gaswinning doen?

Wij zien als gemeente enorme uitdagingen op ons afkomen. Bodemdaling heeft diverse oorzaken maar de gaswinning is in onze gemeente wel de belangrijkste oorzaak. Rondom Burgum is de bodem al met 21 centimeter gedaald en op basis van de huidige winningsplannen gaat dit 24 centimeter worden. Niet alleen it Wetterskip maar ook de gemeente heeft een taak om ons gebied droog te houden. De gemeente is verantwoordelijk voor het hemel- en grondwater in stedelijk gebied.  We krijgen het water niet meer goed geborgen en afgevoerd wanneer t.g.v. gaswinning de bodem daalt en het grondwaterpeil stijgt. Dit probleem is niet met geld of technische voorzieningen op te lossen.

Wij vinden ook  dat winningsplannen beoordeeld moeten worden aan de hand van de cumulatieve effecten van bodemdaling. 

We zullen daarom negatief blijven adviseren over nieuwe winningsplannen. Dit doen we in samenwerkingsverband met de andere Friese gemeenten o.a. via de mijnbouwtafel, de provincie en het Wetterskip.